Inhoud
- Wat vooraf ging
- Inleiding
- Afbeelding renderen
- Camera
- Afbeelding bewaren in het gewenste formaat
- Doorlopend videoproject
Wat vooraf ging
- U bent reeds vertrouwd met modelleren.
- U weet hoe u een Shader kunt toevoegen.
- U kunt textures toevoegen.
- U kunt belichting en atmosfeer toevoegen.
Inleiding
- We hebben ons object gemoduleerd.
- We hebben texture/materialen toegevoegd.
- U hebt de gewenste belichting en atmosfeer toegevoegd.
- We wensen dit nu te renderen tot een afbeelding.
Dit laatste wordt in deze handleiding besproken.
Omdat het visuele hier belangrijker is dan het “technische” heb ik de hulp ingeroepen van heel wat video’s.
Afbeelding renderen
- Start een nieuw project.
Laat ons gewoon de kubus renderen.
Bepaal eerst het aantal samples onder Render – Sampling – Rendering.
Blender kan de Viewport op 3 manieren renderen:
- Workbench – minste kwaliteit maar snelste werken (nieuw in blender 2.8)
- Eevee – real time rendering van goede kwaliteit (nieuw in Blender 2.8)
- Cycles – fotorealistische rendering, beste kwaliteit maar het meest belastend voor de computer.
Standaard werkt u in Eevee, dit is oké. Wilt u dit wijzigen dan kan dit via de Eigenschappen – Render.
Hoe meer samples, hoe beter het resultaat maar hoe langer het renderen zal duren. De 64 samples zullen voor de kubus genoeg zijn.
Er zijn nog tal van andere eigenschappen die u kunt instellen om de gewenste rendering te krijgen. Ten gepaste tijden zullen sommigen aan bod komen maar de voornaamste, die u het best activeert zijn:
- Ambient Occlusion, dit zorgt voor meer “schaduw” in de hoeken waar faces mekaar kruisen.
- Bloom, dit accentueert belichting, laat het meer stralen.
- Screen Space Reflections, zorgt voor bijkomende reflecties tussen objecten.
Onderstaande video’s demonstreren het gebruik van deze instellingen.
Niet altijd en overal bruikbaar is:
Subsurface scattering, een soort van onderhuidse belichting.
Onderstaande video toont hoe het materiaal en de instellingen samenwerken.
Onderstaande video heeft een kort overzicht van de belangrijkste instellingen. Op het einde van deze handleiding vindt u een uitgebreidere video die meer in detail gaat.
- Onder Output (Printericoontje) kunt u het Outputformaat bepalen.
We laten alles staan zoals het is maar wie meer wilt weten bekijkt onderstaande video’s.
- Ga naar Render – Render Image (of druk op F12) om de afbeelding te renderen.
- Het resultaat van de rendering.
Camera
De camera bepaalt de hoek van waaruit de scene, de kubus, gerenderd wordt.
U kunt de camera zelf verplaatsen, volgens de gekende technieken, maar u kunt u de camera laten staan en de View van de camera wijzigen.
- Ga naar View – Camera en kies Active Camera.
- In het eigenschappenscherm, dat u rechts kunt uitschuiven (of klik op de N-toets), onder View, kies voor Lock Camera to View.
- Verplaats de View, met de middelmuisknop, tot u in de camera het beeld ziet dat u wilt renderen en bewaren.
Afbeelding bewaren in het gewenste formaat
Nu rest ons nog de gerenderde afbeelding te bewaren in het geschikte formaat.
- Met het gerenderde resultaat in beeld, klik op Image – Save.
- Standaard wordt het formaat PNG aangeboden.
- Omdat deze foto niet transparant is heb ik het gewijzigd naar JPEG.
- Kies nu de gewenste map, geef het de gewenste naam en kies voor Save as Image (rechtsboven).
Doorlopend videoproject
Een doorlopend videoproject is een videotutorial, opgedeeld in meerdere delen, die u wegwijs maakt in Blender.
Alle doorlopende projecten komen hier tot hun einde.