Naar aanleiding van het drama dat zich vandaag voltrok: Tiener pleegt zelfmoord in Ninove nadat naaktfoto van hem online verspreid wordt, wil ik even stilstaan bij Sexting, cyberpesten en Grooming.
Sexting
Onderstaande tekst is kopieer- en plakwerk van de website van Childfocus, en dus geen persoonlijke tekst, maar ik wil het probleem ook via deze weg onder de aandacht brengen en dit via de volledige tekst, en niet enkel een link naar de website van Childfocus, uitgebreid met sprekende video’s.
Het woord ‘sexting ‘ is een samentrekking van ‘sex’ en ‘texting’, Engels voor ‘seks’ en ‘sms’en’. Dit betekent dat jongeren (of volwassenen) pikante foto’s of naaktfoto’s van zichzelf doorsturen naar iemand anders, via sms, mail, webcam of op een andere manier. Meestal worden deze beelden enkel naar een partner gestuurd, maar soms ook naar iemand waarmee ze geen relatie hebben, of zelfs volstrekte vreemden. Wanneer is het problematisch en hoe ga je hier als ouder mee om?
Wat is sexting?
Jongeren gebruiken sociale media en andere ICT om te experimenteren op seksueel vlak: ze versturen seksueel getinte berichten/foto’s naar elkaar, ze poseren en flirten voor de webcam. Deze seksualiteitsbeleving is op zich niet problematisch. Toch zijn er bepaalde risico’s aan verbonden.
Waarom doen jongeren dat?
Als ouders is het vaak moeilijk te begrijpen waarom adolescenten dit doen. Jongeren kunnen verschillende redenen hebben om pikante foto’s van zichzelf door te sturen. Meestal past sexting bij het normale seksuele experimenteergedrag van jongeren binnen een relatie. Een aantal jongeren doet dit ook met volstrekte vreemden, omdat ze dit veiliger vinden. Het verzenden van de foto’s heeft dan als doel een vorm van seksuele aandacht naar zich toe te trekken en te bekijken hoe mensen hierop reageren. Soms zien we ook dat jongeren dit voor de grap of bij wijze van uitdaging onder vrienden doen.
Wanneer wordt het problematisch?
Veel gevallen van sexting zijn absoluut niet problematisch. De foto’s en beelden blijven immers binnen de vertrouwde omgeving waarin ze verstuurd werden en jongeren tonen voldoende respect naar elkaar toe om deze niet verder te verspreiden.
Maar het kan ook gebeuren dat dit vertrouwen wel wordt geschonden en beelden doorgestuurd worden of zelfs online worden geplaatst.
De ernst van de situatie zal dan afhangen van:
- De aard van de foto’s: gaat het om foto’s in ondergoed of om seksueel expliciete beelden?
- Is enkel het lichaam afgebeeld of staat ook het gezicht van de persoon in kwestie erop?
- De intentie: waarom werden foto’s gemaakt? Staat het ‘slachtoffer’ helemaal achter de initiële beelden of ging het om dwang/slechte inschatting?
- De schaal waarop de foto’s verspreid werden: een sms’je naar één persoon of publiek op Facebook?
Hoe reageer je als ouder?
- Zorg dat ervoor dat je als ouder open staat voor het verhaal van je zoon/dochter. Het is inderdaad niet altijd evident om over seksuele onderwerpen te praten. Maar in dergelijke gevallen is het wel noodzakelijk om kalm te blijven en jouw kind te steunen. Vaak heeft het slachtoffer al heel wat moed bijeen verzameld vooraleer het zijn/haar verhaal vertelt.
- Als ouder kan je eveneens een rol spelen in het verwijderen van de sexting-berichten. Help om de daders op te sporen en de verspreiding van het bericht te stoppen.
- Pas samen met je zoon of dochter de privacy-instellingen aan van de sociale netwerksite.
- Wanneer een sextingbericht moeilijk te verwijderen is, neem dan contact op met de lokale politie of met Child Focus.
- Indien er klasgenoten of medeleerlingen betrokken zijn bij het incident, kan je best de school op de hoogte brengen.
Ouders en kinderen communiceren over online seksualiteit
Als ouder is het belangrijk om interesse te tonen in de online handelingen die je kind stelt.
Praten met je kind over wat zij of hij allemaal op het internet zoekt, wie hun online vrienden zijn, wat hun favoriete games zijn en naar welke websites ze vaak surfen en ja, ook het thema seksualiteit komt daarbij aan bod. Voel je je niet erg comfortabel om hierover een gesprek aan te knopen met je jongste? Child Focus geeft tips die dit al heel wat eenvoudiger maken.
Online seksualiteit, het op zoek gaan naar informatie, beelden of ervaringen van anderen rond dit thema, is iets wat gezien de groeiende seksuele leefwereld van jongeren op die leeftijd, perfect normaal is. Maar aan seks op internet zijn ook een aantal risico’s verbonden. Daar moeten we jongeren dus over inlichten, zodat ze hier bewust mee omgaan.
In dit onderdeel vind je tips waarvan je handig gebruik kan maken als je een gesprek met je kind wil aanknopen omtrent seksualiteit en internet.
Hoe pak ik dit aan?
- Raadpleeg het Vlaggensysteem van Sensoa, een erg bruikbare tool die je even doet stilstaan bij wat ‘normaal’ en ‘grensoverschrijdend’ gedrag is.
- Je hoeft geen serieuze setting te creëren om met je kind(eren) te praten. Je kan inspelen op een bepaalde gebeurtenis, een tv-programma, een artikel in de krant enz.
- Neem elke vraag of opmerking van je kind serieus. Respecteer het als je kind op bepaalde zaken niet dieper wil ingaan.
- Praat niet enkel over dingen die kunnen misgaan en risico’s, maar ook over interessante fora, websites, blogs enz.
- Zorg dus dat je als ouder ook op de hoogte bent van kwalitatieve websites waar je kind info kan vinden over seksualiteit.
- Laat je niet ontmoedigen als je tiener ‘afwezig’ lijkt, dit is misschien enkel een houding omdat het voor hen niet zo comfortabel voelt.
- Creëer een vertrouwensband, zo zorg je ervoor dat je kind spontaan naar jou komt voor info.
Wat vertel ik rond online seksualiteit?
Maak van je kinderen kritische internetgebruikers:
- Maak hen ervan bewust dat er veel onwaarheden op het web staan. Ook over seks.
- Informeer zelf welke websites kwaliteit bieden rond seksualiteit en geef hen de links ook door.
- Leg hen uit dat expliciete pornografische beelden fantasiebeelden zijn en dat alles daarin draait om lust en genot. Leg uit dat seks ook een uiting van liefde kan zijn tussen twee gelijkwaardige partners.
- Maak hen duidelijk dat de media vaak een eenzijdig beeld ophangen van mannen en vrouwen. Dat de vrouw er vaak wordt afgeschilderd als ondergeschikt aan de man, terwijl dit in werkelijkheid niet zo is.
- Leer hen dat bepaalde zaken (bv. porno) voor sommige mensen aanstootgevend zijn of verkeerd geïnterpreteerd kunnen worden. Je mag dit dus niet zomaar doorsturen.
- Maak hen duidelijk dat seksuele grenzen verschillen. Er zijn bijvoorbeeld grote verschillen tussen jongens en meisjes in de beleving van seksueel getinte ervaringen op internet.
Foto’s en sexting
Kinderen en jongeren doen niets liever dan foto’s online plaatsen en delen met hun vrienden. Als ouder vraag je je wellicht soms af waarom jongeren daar nu precies zo dol op zijn.
Wat zijn de risico’s verbonden aan het delen van fotomateriaal in de cyberwereld?Het e-safety team van Child Focus beschrijft de online etiquette die kinderen en jongeren kunnen hanteren wanneer ze online foto’s gaan posten.
Populariteit van online foto’s publiceren
De jeugd is tuk op het online verspreiden van beeldmateriaal (vakantiefoto’s, foto’s met vrienden, enz.).
Op die manier kunnen ze op een eenvoudige wijze hun vrienden, kennissen, familie enz. op de hoogte houden van de laatste gebeurtenissen. Omdat een beeld vaak meer zegt dan woorden, verkiezen jongeren veelal beeldmateriaal boven een tekstbericht.
Naast dit informatieve luik, hangt het ook een stuk samen met het versterken van hun online imago.
Aangezien het aanbod aan applicaties, sociale netwerksites en andere technologische evoluties zoals smartphones het alleen maar gebruiksvriendelijker en dus gemakkelijker maakt om foto’s te nemen, te delen, te liken, te taggen enz. draagt dit interactieve aspect bij tot een groeiend succesverhaal.
Het risico is dat men geen rekening houdt met de mogelijke gevolgen. Daarnaast wordt er niet altijd stilgestaan bij het recht op afbeelding.
Foto’s en sexting
Sexting betreft het versturen of online verspreiden van seksueel getinte foto’s of berichten. Sexting lijkt initieel onschuldig, maar er zijn wel degelijk risico’s aan verbonden. Jongeren doen dit meestal omdat ze willen experimenteren met hun liefje, hun grenzen willen aftasten of soms ook voor de grap of als uitdaging. Heel veel sexting-situaties zijn absoluut niet problematisch omdat de foto’s binnen de vertrouwde relatie blijven waarbinnen ze verstuurd werden en omdat jongeren voldoende respect hebben en deze beelden niet verder verspreiden. Maar dit is helaas niet altijd het geval.
Maar wat als die foto’s toch verspreid worden?
Enkele tips voor ouders:
- Stel je kind gerust, wees niet veroordelend. Hij of zij heeft er niet om gevraagd om op die manier online te verschijnen
- Zit degene die de beelden verspreid heeft op school, sportclub, muziekacademie,… licht de directie/trainer/verantwoordelijke dan zeker in
- Probeer een zicht te krijgen op de situatie (wanneer, naar wie en welke beelden zijn er precies verstuurd?)
- De beelden worden het snelst verwijderd door de persoon die ze verspreid heeft. Lukt dit niet dan kan je dit melden op de website in kwestie.
Cyberpesten
Wat is cyberpesten?
Niet alle negatieve gedragingen die jongeren online stellen kunnen zomaar als cyberpesten worden beschouwd. In de wetenschappelijke literatuur worden drie criteria vermeld die toelaten om een onderscheid te maken tussen wat cyberpesten is en wat eerder wijst op plagen (‘cyber teasing’) of ruziemaken via het internet (‘cyber arguing’):
1. Iemand willen kwetsen
Een eerste kenmerk van pesten is dat de dader de intentie moet hebben om het slachtoffer te kwetsen of schade toe te brengen. Dat kan zowel moreel, als materieel.
Wat als de ontvanger van een bericht toch gekwetst is, ook al was dit niet zo bedoeld?
Als de persoon die het beledigend bericht stuurde niet echt de bedoeling had om het slachtoffer te kwetsen, dan spreken we eerder van een uit de hand gelopen plagerij of grap, een misverstand of een ruzie.
2. Machtsonevenwicht
In een pestsituatie heeft de pester een sociale relatie met het slachtoffer, waarbij er sprake is van een machtsverschil (bv. groter, sterker of populairder zijn). Typisch aan cyberpesten is dat het machtsonevenwicht kan voortvloeien uit het feit dat de dader anoniem blijft of meer computer-technisch onderlegd is dan het slachtoffer. Uit onderzoek blijkt dat het behoud of de versterking van populariteit en sociale macht één van de belangrijke motivaties kunnen vormen voor een jongere om te (blijven) cyberpesten.
Als een onbekende mij beledigende berichten stuurt, word ik dan gecyberpest?
Als een onbekende online haatberichten verspreidt en daar plezier uithaalt, dan spreekt men over ‘trolling’. In de meeste gevallen van cyberpesten gaat het om iemand die je kent, maar die anoniem of onder een pseudoniem berichten stuurt.
Als twee vrienden gemene dingen tegen elkaar zeggen, is dat dan cyberpesten?
Het is geen pestsituatie wanneer er geen verschil bestaat tussen de vrienden wat betreft sociale macht en populariteit. Dan spreken we eerder van een ruzie. Als de ene vriend machtiger of populairder is dan de andere, dan kan er sprake zijn van cyberpesten.
Kan het voorkomen dat een persoon die minder sterk of populair is in het offline leven gaat pesten via het internet of de gsm?
Internet en gsm geven jongeren de mogelijkheid om dingen te doen en te zeggen die ze online niet durven. In de wetenschappelijke literatuur wordt dit aangeduid als het ‘disinhibition effect’ van digitale media. Zo kan iemand die in het echte leven zwakker is, zich online machtiger gaan voelen omwille van zijn/haar anonimiteit en technische vaardigheden. Dat kan ervoor zorgen dat een offline minder sterke persoon gaat cyberpesten.
3. Het moet gaan om meer dan een eenmalige handeling
Er is sprake van pesten op het moment dat iemand meerdere keren kwetsende dingen doet of zegt tegenover iemand offline of online.
Als iemand eenmalig een kwetsend bericht of foto/filmpje op Facebook zet waarin iemand belachelijk wordt gemaakt, is dat dan cyberpesten of niet?
Er is enkel sprake van pesten als het herhaaldelijk gebeurt. Op het internet kunnen berichten, foto’s en filmpjes op grote schaal verspreid worden. Zo kan een kwetsende foto die eenmalig op Facebook geplaatst werd, door heel veel mensen bekeken en doorgestuurd worden. Het slachtoffer wordt op die manier nog lange tijd geconfronteerd met de pijnlijke ervaring.
In enkele bekende cases van cyberpesten (bv. de Star Wars Kid) bleven de digitale pesterijen de slachtoffers lange tijd volgen. In die zin kan er dus wel herhaling zijn bij een eenmalige foto of bericht.
Advies voor slachtoffers van cyberpesten
Wanneer je gepest wordt via internet of gsm, kan dit een zware last voor je betekenen. Negatieve berichten of kwetsende foto’s kunnen snel ‘viraal’ gaan. Gelukkig zijn er een paar voorzorgsmaatregelen die je kan nemen om cyberpesten te vermijden en, als het je toch overkomt, te detecteren zodat je nog kan ingrijpen.
Enkele voorzorgen
Voorkom cyberpesten door je privacyinstellingen aan te passen
Je kan een aantal maatregelen nemen om misbruik van persoonlijke informatie voor cyberpesten te voorkomen. Door onder meer je privacyinstellingen op sociale netwerksites aan te passen, kun je voorkomen dat beelden of informatie uit je profielpagina’s (bv. je Facebook-profiel) gebruikt worden om te pesten. Om te voorkomen dat personen die je niet kent contact met jou opnemen, kun je bepalen of je profiel al dan niet vindbaar is via zoekmachines. Ook binnen Facebook kun je aangeven wie je kan opzoeken en wie je een bericht kan sturen.
Een andere optie is om het “taggen” te controleren of te beperken. Taggen wil zeggen dat een persoon die een Facebookprofiel heeft in een foto of bericht geïdentificeerd wordt aan de hand van een digitaal naamplaatje. Dit kan bijvoorbeeld handig zijn als je in een groepsfoto identificeerbaar wil zijn of wanneer je een foto op het profiel van een vriend ook bij je eigen foto’s wil laten weergeven. Door “taggen” te beperken via je profielinstellingen kan je echter ook voorkomen dat je in een delicate foto of in een karikatuur getagd wordt. Gelukkig hoef je de optie taggen niet helemaal te beperken. Je kunt namelijk ook zelf bepalen of je, wanneer iemand je tagt, je dit eerst wil controleren om zelf te beslissen of je jouw naam in die bepaalde foto wel wenst.
Nog andere tips over belangrijke privacyinstellingen (op Facebook) vind je in het dossier Online Privacy.
Zoek jezelf regelmatig op met behulp van een online zoekmachine
Google en Bing zijn voorbeelden van zulke zoekmachines. Bekijk welke online-informatie over jou terug te vinden is als je jouw eigen naam opzoekt. Stel jezelf de vraag of de gevonden links, teksten of beelden gemakkelijk door anderen uit hun context gehaald zouden kunnen worden om jou te pesten. Als dat laatste het geval is, bekijk dan of er een mogelijkheid bestaat om deze informatie te verwijderen.
Let op met het doorgeven van gevoelige informatie
In onderzoek wordt het doorgeven van een wachtwoord aan vrienden soms in verband gebracht met het risico om het slachtoffer te worden van cyberpesten. Geef nooit je wachtwoord aan anderen en maak een veilig wachtwoord aan. Dat geldt ook voor het antwoord op de zogenaamde “geheime vragen”, die door content providers als identiteitscontrole worden gebruikt wanneer je je wachtwoord vergeten bent. Een veilig wachtwoord bestaat uit een afwisseling van kleine letters, hoofdletters, cijfers en symbolen. Een goed wachtwoord is ook minstens 8 tekens lang.
Soms kan de verleiding bestaan om jouw wachtwoorden te delen met jouw vrienden. Ook al vertrouw je jouw vrienden voor de volle 100%, toch raden we af om dit te doen. Het betekent immers dat je volledige online profiel in principe toegankelijk wordt voor anderen. Vrienden halen soms grapjes uit met elkaar. Wanneer je vrienden voor de grap gevoelige informatie op jouw profiel plaatsen, kan dit verregaande gevolgen hebben voor jou en je reputatie, en dit niet enkel kort na het plaatsen van de gevoelige informatie, maar voor een nog veel langere tijd daarna. Andere contactpersonen op je profielpagina zullen denken dat jij degene bent die de gevoelige informatie online heeft gezet.
Wees zelf geen pestkop
Behandel anderen met respect, niet enkel offline maar ook online. Het kan ook zijn dat jij misschien zelf beelden of teksten online hebt geplaatst die de gevoelens van anderen hebben gekwetst. Dan kan het gebeuren dat je zelf misschien teruggepest wordt. Als dat het geval is, moet je misschien je communicatiestijl aanpassen en er goed over nadenken hoe jouw woorden en acties online door anderen geïnterpreteerd worden.
Moedig cyberpesten niet aan
Als je ziet dat iemand gepest wordt, maak er dan melding van bij je ouders of de school zodat ze de pestkop kunnen stoppen. Doe zeker niet mee met de pestkop. Door aanmoedigende berichtjes te plaatsen, geef je de pestkop net meer aandacht. Vertel aan de dader dat hij moet ophouden om anderen lastig te vallen en dat je zijn pesterijen niet grappig vindt. Als je een pestbericht krijgt, stuur het dan zeker niet naar anderen door. Kortom, neem het op voor het slachtoffer.
Ondanks de tips die we hierboven gegeven hebben, kan je nooit helemaal voorkomen dat je bij cyberpesten betrokken geraakt. Vandaar dat we ook enkele tips geven die je kan toepassen als je gepest wordt via gsm of internet.
Enkele bijkomende tips als je gecyberpest wordt
Pest nooit terug
Wees kalm en reageer niet onmiddellijk en niet al te emotioneel op het pestbericht. Sommige cyberpestkoppen willen net een reactie krijgen. In tegenstelling tot offline pesten, hoeft niemand jouw reactie te zien wanneer je online gepest wordt. Het is misschien beter om tegenover de pestkop te doen alsof er niks gebeurd is. Op die manier krijgt de cyberpestkop misschien het gevoel dat zijn of haar pesterijen geen invloed op jou hebben. Als daders merken dat een reactie uitblijft, zullen ze er misschien uit zichzelf mee ophouden. Als je toch wilt reageren, laat je dan vooral niet door je emoties leiden en antwoord pas als je de kwetsende boodschap hebt laten bekoelen. Zorg voor een erg koele en afstandelijke reactie en vraag aan de pestkop om ermee op te houden. Laat je reactie eventueel vooraf door iemand anders lezen. Maar vooral: pest niet terug en neem geen wraak op de dader. Hierdoor kan de situatie verergeren en het pesten soms toenemen.
Blokkeer cyberpestkoppen
Als eerste reacties op cyberpesten kan je overwegen om de cyberpestkop te blokkeren. Ook al biedt het blokkeren van cyberpestkoppen geen 100% zekerheid dat het cyberpesten zal stoppen, het kan wel de kans verkleinen dat je verder lastig gevallen wordt. Je kan ook het pesten of de pestberichten melden bij de online dienst (bv. YouTube, Facebook, etc.) die gebruikt werd om je te pesten. Bij de meeste internetdiensten kun je misbruik melden. Op Facebook, kan je bij elke foto die op deze pagina verschijnt, de optie aanvinken om deze foto te signaleren (zie ‘opties’ bij foto). Je kan daar aangeven waarom je deze foto ongepast vindt. Facebook heeft trouwens een specifieke rubriek gewijd aan cyberpesten, waar je meer informatie vindt.
Word je op een ander online platform gecyberpest, surf dan naar de homepagina van die dienst om te kijken of er ergens een meldknop staat. Als je dergelijke knop niet terugvindt, kan je ook een mail sturen naar de beheerder van de website. Hopelijk wordt er na je klacht actie ondernomen. In sommige gevallen van cyberpesten heeft het gebruik van de meldknop ertoe geleid dat de account van de dader geblokkeerd en/of geschrapt werd.
Verzamel bewijsmateriaal
Een begrijpelijke eerste reactie kan zijn om pestberichten te verwijderen zodat je er niet meer mee geconfronteerd kan worden. Hierdoor verwijder je ook belangrijk bewijsmateriaal tegen de dader. Doe dit dus niet, maar verzamel zoveel mogelijk bewijzen. Neem bijvoorbeeld schermafbeeldingen, druk kwetsende berichten af en sla sms- of voicemailberichten op. De bewijzen maken het makkelijker om daders te identificeren en hen te confronteren met hun gedrag. Mocht het pesten erge vormen aannemen en je wenst een klacht in te dienen bij de lokale politie, dan zijn deze bewijsstukken cruciaal.
Probeer steun te zoeken
Blijf niet alleen met je problemen zitten. Zoek steun bij goede vrienden, leraren en familie en meld het gedrag op school of aan je ouders.
Samen met jou kunnen ze ervoor zorgen dat het pesten ophoudt. Soms zijn slachtoffers van cyberpesten bang van de reactie van volwassenen. Ze vrezen voor vragen of kritiek en aarzelen daarom om pestgedrag aan volwassenen te melden. In de meeste gevallen van cyberpesten is de hulp van anderen een eerste manier om iets tegen de online pesterijen te ondernemen. Hoe kondig je aan dat je met hen over cyberpesten wenst te praten? Zeg hen van tevoren dat je graag met hen over een delicaat probleem wilt praten. Je kunt er ook voor kiezen om je gevoelens op papier te zetten en op die manier je ouders uit te leggen wat er gebeurd is.
Als je met je ouders over het (cyber)pesten wil praten, denk dan aan het volgende:
- Kies een moment uit waarop je ouders de volle aandacht voor je zullen hebben. Als ze net van het werk terugkomen, ze bezig zijn met koken, afwassen of werken zullen ze misschien niet goed kunnen luisteren en je minder goed kunnen helpen.
- Vertel duidelijk aan je ouders wat er gebeurd is. Vertel ook een beetje meer over de manier waarop je gepest werd. Misschien weten ze zelf niet goed hoe de website, het chatprogramma of de app werken waarop je gepest werd. Door zo duidelijk mogelijk uit te leggen wat er gebeurd is, kunnen ze jou zo goed mogelijk helpen. Toon ook de pestberichten (zoals e-mails, sms’en, chatgesprekken) aan je ouders zodat ze kunnen zien wat er precies gebeurd is.
- Vertel ook hoe je jezelf voelt. Heeft het cyberpesten je emotioneel gekwetst? Ben je bang? Als je dergelijke gevoelens hebt, is het belangrijk om hierover te praten.
Als de dader van de cyberpesterijen naar dezelfde school gaat, neem dan het bewijsmateriaal mee en praat erover met begeleidende leraren of de directie. Aarzel vooral niet om dit te doen als de pestkop jou ook tijdens de schooltijd lastigvalt.
Wie kan nog raad geven?
Soms kan je het moeilijk vinden om een bepaald probleem direct aan te kaarten met je ouders, leraren of andere personen uit je omgeving. Er zijn echter specifieke organisaties waar je terecht kan met vragen of waar je advies kunt krijgen. Hulpverleners bieden niet alleen een luisterend oor in moeilijke momenten, maar kunnen vanuit hun ervaring gepast advies geven. In België kunnen jongeren contact opnemen met Awel (http://www.awel.be) en de Clicksafe-hulplijn van Childfocus (http://www.clicksafe.be/helpline).
Deze tekst is gebaseerd op Mediawijs Online. Jongeren en Sociale Media. In deze gids vindt u nog meer informatie en advies over cyberpesten, maar ook andere online risico’s. Meer info over de verschillende thema’s vindt u hier. Het boek kan u online bestellen.
Online dating en grooming
Jongeren experimenteren graag op het net en kennen niet altijd hun eigen grenzen. Zo kunnen ze onbewust het slachtoffer worden van online grooming. Ook online daten is niet altijd even onschuldig. Het blijft uitkijken wanneer je online in contact komt met vreemden. Wat doe je als ouder als het toch misloopt?
Wat is grooming ?
Grooming is het proces waarbij een volwassene een kind benadert en manipuleert met het oog op seksueel contact. De dader gaat hierbij doorgaans zeer manipulatief te werk en neemt zorgvuldig de tijd om het vertrouwen van het kind te winnen en een band op te bouwen. Geleidelijk aan wordt het kind zo aangezet tot seksuele handelingen. Grooming kan zowel tot online (vb. via webcam, chatberichten, mail) als offline (via een fysieke ontmoeting) seksueel misbruik misbruik leiden. Ook kan de dader beeldmateriaal aanmaken of verspreiden, waardoor het kind opnieuw slachtoffer wordt.
Ook tienerpooiers maken gebruik van grooming om slachtoffers te ronselen.
Is grooming strafbaar?
Sinds kort staat grooming in het strafwetboek aangeduid als een strafbaar feit, ook als het enkel online gebeurt. Ook zijn elementen die vaak deel uitmaken van het groomingproces zoals stalking, aanranding van de eerbaarheid en zedenschennis opgenomen in een wettelijke bepaling in de strafwetgeving en dus strafbaar. Het (laten) maken van seksuele beelden van minderjarigen valt dan weer onder de wetgeving rond kinderpornografie.
Wat kan je doen als je kind slachtoffer is van grooming?
Als slachtoffer van grooming of als naaste van het slachtoffer kan je klacht indienen bij de lokale politie in jouw buurt. Opdat de politie de zaak kan onderzoeken, is bewijsmateriaal belangrijk: e-mailverkeer, chatconversaties met uur en tijdstip, sms-berichten, foto’s, …
De psychische gevolgen van grooming mogen zeker niet onderschat worden. Naast het lichamelijk misbruik is vaak ook het vertrouwen en het zelfvertrouwen van de jongere erg geschonden. Psychologische hulp kan dus nodig zijn.
Jongeren en online dating
Tieners en pubers die hun eerste verliefde gevoelens krijgen, slagen vaak aan het experimenteren, zowel online als offline. Volkomen normaal, gezond zelfs!
Via sociale netwerksites of online dating applicaties (zoals Tinder) kunnen ze in contact komen met een potentieel nieuw lief. Deze spannende ervaringen online maken deel uit van het experimenteergedrag van je kind.
Hoewel het inderdaad geen goed idee lijkt dat je kind met een volslagen onbekende een fysieke afspraak maakt, is het goed om de tips in de volgende sectie door te nemen. Volgende richtlijnen komen van pas om je kind op een positieve manier in te lichten over de do’s en don’ts wanneer het om online ontmoetingen gaat.
Preventie en mediawijsheid binnen het gezin
- Je kan als ouder preventief te werk gaan door met je kind te praten over hoe het zich online het best gedraagt en profileert. Als mediaopvoeding en een open dialoog centraal staan, krijgen fenomenen zoals online grooming of slechte ervaringen veel minder kans.
- Bespreek het fenomeen ‘grooming’ met je kind. Leg uit wat het is en wijs hen op het manipulatieve karakter van de dader en zijn of haar activiteiten.
- Waarschuw hen voor de risico’s van een persoonlijke ontmoeting. Als ze dan toch willen afspreken nemen ze best iemand mee en doen ze dit best op een openbare plaats waar er veel mensen zijn.
- Leer hen ‘nee’ te zeggen en weg te klikken als iemand hen ‘benadert’ op een manier die ze niet prettig vinden.
- Vertel dat ze met iemand moeten praten (met jou bijvoorbeeld) als ze iets gezien of meegemaakt hebben waar ze zich ongemakkelijk bij voelen.
- Spreek af dat ze geen foto’s en filmpjes op het internet plaatsen, waar ze later spijt van zouden kunnen krijgen, of die als een seksuele uitnodiging geïnterpreteerd kunnen worden. Raad hen ook seksuele suggestieve nicknames of e-mailadressen af.
- Leg hen uit waarom ze nooit telefoonnummers en adressen aan onbekenden mogen doorgeven.
- Zorg dat je af en toe in de buurt bent als je kind online gaat. Je kind in de zetel met de tablet of smartphone? Helemaal prima ! Enkel online als ze alleen in hun kamer zijn? Toch niet zo’n goed idee.
- …
Daarnaast kan ook Child Focus helpen. Je kan Child Focus bereiken via 116 000 of clickhelp@childfocus.org.